Bij het prepareren van vogels gaat het vaak om zgn. huidpreparaten. De in de volksmond veel gebruikte uitdrukking “vogels opzetten” is eigenlijk niet de juiste term, aangezien dit alleen het laatste deel van het prepareren betreft; het netjes monteren op een tak of in een natuurlijke omgeving.
Om een huidpreparaat te maken, wordt de vogel eerst gevild. Dit is niets anders dan het losmaken van de opper- en lederhuid met de veren van het spierweefsel. Alleen de huid en enkele botten (schedel, poten/vleugels) worden geconserveerd.
Vervolgens wordt de vogelhuid grondig gewassen, ontvet en (nat) gelooid. Hierbij wordt de huid bewerkt met looistoffen, om deze te conserveren. Dan kunnen de kunstogen geplaatst worden, poten en vleugels versterkt worden met ijzerdraad en de huid om een –speciaal voor deze vogel- op maat gemaakt kunstlichaam worden gespannen. Hierbij is het de kunst om de juiste maten en houding te maken.
Hierna wordt de vogel gehecht en met een föhn droog geblazen.
De volgende stap is om net zolang met de huid te schuiven totdat alle veren goed liggen.
Om het uiteindelijke preparaat tot zijn volle recht te laten komen, wordt de vogel in een natuurlijke houding op een ondergrond (postament) geplaatst. De huid kan tijdens het droogproces op zijn plaats gehouden worden met spelden.
Na ongeveer drie weken drogen, kunnen de spelden eruit. Eventueel kunnen nu nog extra handelingen worden verricht, zoals het bijkleuren van naakte huiddelen, snavel en poten.
Het preparaat is nu klaar.
*-*